Een waar geloof is niet alleen
een stellig weten of kennis,
waardoor ik alles voor waarachtig houd,
dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, a
maar ook een vast vertrouwen, b
hetwelk de Heilige Geest c door het Evangelie in mijn hart werkt, d
dat niet alleen anderen, maar ook mij
vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid e
van God geschonken is,
uit louter genade,
alleen om der verdienste van Christus wil. f
Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen. Jakobus 2:19
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Hebreeën 11:1
Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is. Hebreeën 11:7
Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen. En niet verzwakt zijnde in het geloof, heeft hij zijn eigen lichaam niet aangemerkt, dat alrede verstorven was, alzo hij omtrent honderd jaren oud was, noch ook dat de moeder in Sara verstorven was. En hij heeft aan de beloftenis Gods niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer; En ten volle verzekerd zijnde, dat hetgeen beloofd was, Hij ook machtig was te doen. Romeinen 4:18-21
Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid. Romeinen 10:10
In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem. Efeze 3:12
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. Hebreeën 4:16
Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op en nedergeworpen wordt. Jakobus 1:6
Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Galaten 5:22
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. Mattheüs 16:17
Dewijl wij nu denzelfden Geest des geloofs hebben, gelijk er geschreven is: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom spreken wij ook. 2 Korinthe 4:13
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, Dien Hij gezonden heeft. Johannes 6:29
Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave. Efeze 2:8
Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal, door uw gebed en toebrenging des Geestes van Jezus Christus. Filippenzen 1:19
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Handelingen 16:14
Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk, die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek. Romeinen 1:16
Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods. Romeinen 10:17
Want nademaal, in de wijsheid Gods, de wereld God niet heeft gekend door de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking, zalig te maken, die geloven. 1 Korinthe 1:21
Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. Handelingen 10:44
En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Handelingen 16:14
Want de rechtvaardigheid Gods wordt in hetzelve geopenbaard uit geloof tot geloof; gelijk geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Romeinen 1:17
En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Galaten 3:11
In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied. Hebreeën 10:10
Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. Hebreeën 10:38
Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden. Galaten 2:16
Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave. Efeze 2:8
En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is. Romeinen 3:24
Want gelijk door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen gesteld worden. Romeinen 5:19
Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. Door de innerlijke bewegingen der barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft de Opgang uit de hoogte. Lukas 1:77-78