God spreekt alzo niet zonder grote oorzaak;
namelijk niet alleen om ons daarmede te leren,
dat, gelijk de onzuiverheid des lichaams
door het water, alzo ook onze zonden
door het bloed en den Geest van Jezus Christus
weggenomen worden, a
maar veelmeer,
omdat Hij ons door dit Goddelijk pand
en waarteken wil verzekeren
dat wij zo waarachtiglijk
van onze zonden geestelijk gewassen zijn,
als wij uitwendig met het water gewassen worden. b
Ja het; want mitsdien zij
alzowel als de volwassenen
in het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn, a
en dat hun door Christus' bloed
de verlossing van de zonden b
en de Heilige Geest, Die het geloof werkt,
niet minder dan den volwassenen toegezegd wordt, c
zo moeten zij ook door den Doop,
als door het teken des verbonds,
der christelijke kerk ingelijfd en
van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden, d
gelijk in het Oude Verbond of Testament
door de Besnijdenis geschied is, e
voor dewelke in het Nieuwe Verbond de Doop ingezet is. f