Dat ik in alle droefenis en vervolging
met opgerichten hoofde
even Denzelfde,
Die Zich tevoren om mijnentwil voor Gods gericht gesteld
en al den vloek van mij weggenomen heeft,
tot een Rechter uit den hemel verwachte, a
Die al Zijn en mijn vijanden in de eeuwige verdoemenis werpen, b
maar mij met alle uitverkorenen
tot Zich in de hemelse blijdschap en heerlijkheid nemen zal. c