Ten eerste dat Hij in den hemel
voor het aangezicht Zijns Vaders onze Voorspreker is. a
Ten andere dat wij ons vlees in den hemel
tot een zeker pand hebben,
dat Hij, als het Hoofd,
ons, Zijn lidmaten,
ook tot Zich zal nemen. b
Ten derde dat Hij ons Zijn Geest
tot een tegenpand zendt, c
door Wiens kracht wij zoeken wat daarboven is,
waar Christus is,
zittende ter rechterhand Gods,
en niet wat op de aarde is. d