Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? Markus 8:37
Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven. Psalmen 49:8
Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste. Filippenzen 1:23
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven. Johannes 5:24
Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Romeinen 7:24