Dat Hij aan lichaam en ziel,
den gansen tijd Zijns levens op de aarde,
maar inzonderheid aan het einde Zijns levens,
den toorn Gods
tegen de zonde des gansen menselijken geslachts gedragen heeft, a
opdat Hij met Zijn lijden,
als met het enige zoenoffer, b
ons lichaam en onze ziel van de eeuwige verdoemenis verloste, c
en ons Gods genade, gerechtigheid
en het eeuwige leven verwierve. d