Vraag 26 Wat geloof je, als je zegt: Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde?

Antwoord:

Ik geloof dat de Vader van onze Heere Jezus
de hemel en aarde, met alles wat erin is,
uit het niets heeft geschapen. a
Hij onderhoudt en regeert over de schepping
door Zijn eeuwig plan en voorzienigheid. b
Door de Heere Jezus is Hij ook mijn God en Vader c
en ik vertrouw helemaal op Hem.
Ik twijfel er niet aan dat Hij voor mij zorgt
en mij alles zal geven wat mijn lichaam en ziel nodig hebben. d
Ook het lijden in deze wereld gebruikt Hij voor mijn bestwil. e
Dit kan Hij doen, omdat Hij een almachtige God is. f
Hij wil dit ook doen omdat Hij een trouwe Vader is. g

Bewijsteksten

a

In het begin schiep God de hemel en de aarde. Genesis 1:1

Want in zes dagen heeft de HEERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee, en al wat erin is, en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HEERE de sabbatdag, en heiligde die. Exodus 20:11

De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt. Job 33:4

Waar was u toen Ik de aarde grondvestte? Maak het bekend, als u echt inzicht hebt. Wie heeft haar afmetingen bepaald? U weet het immers wel. Of wie heeft het meetlint over haar uitgespannen? Waarop zijn haar pijlers neergezonken? Of wie heeft haar hoeksteen gelegd. Job 38:4-6

En toen zij dat gehoord hadden, verhieven zij eensgezind hun stem tot God en zeiden: Heere! U bent de God Die de hemel en de aarde en de zee gemaakt hebt, en alle dingen die erin zijn. Handelingen 4:24

Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen net zoals u, en wij verkondigen u juist dat u zich van deze zinloze dingen moet bekeren tot de levende God, Die de hemel, de aarde, de zee en alles wat erin is, gemaakt heeft. Handelingen 14:15

Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. Psalmen 33:6

Ik formeer het licht en schep de duisternis, Ik maak de vrede en schep het onheil; Ik, de HEERE, doe al deze dingen. Jesaja 45:7

b

Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen. Hebreeën 1:3

Zij allen wachten op U, dat U hun voedsel geeft op zijn tijd. Geeft U het hun, zij verzamelen het, doet U Uw hand open, zij worden met het goede verzadigd. Verbergt U Uw aangezicht, zij worden door schrik overmand, neemt U hun adem weg, zij geven de geest en keren terug tot hun stof. Zendt U Uw Geest uit, dan worden zij geschapen en vernieuwt U het gelaat van de aardbodem. Psalmen 104:27-30

Onze God is immers in de hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. Psalmen 115:3

Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. Mattheüs 10:29

In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil. Efeze 1:11

c

Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. Johannes 1:12

Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! Romeinen 8:15

Om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen. Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus. Galaten 4:5-7

Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil. Efeze 1:5

d

Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt. Psalmen 55:23

Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven? Mattheüs 6:25-26

En Hij zei tegen Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Lukas 12:22

e

En wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, voor hen namelijk die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Romeinen 8:28

f

Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. Jesaja 46:4

Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. Romeinen 10:12

g

Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Mattheüs 6:32-33

Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden. Mattheüs 7:9-11

Meer lezen (externe link)

Tot 12 jaar

ABCvoorKinderen.nl (Vader)
hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren