Vraag 54 Wat geloof je van de heilige, algemene, christelijke Kerk?

Antwoord:

Vanaf het begin tot het einde van de schepping f
brengt de Zoon van God a uit alle mensen b
een gemeente bij elkaar,
die uitverkoren is tot het eeuwige leven c
en die één is in het geloof. e
Door Zijn Geest en het Woord d
wordt de gemeente bij elkaar gebracht, beschermd en bewaard. g
Ik ben van deze gemeente een levend lid h
en ik zal dat altijd blijven. i

Bewijsteksten

a

Opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord. Efeze 5:26

Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Johannes 10:11

Zie dan toe op uzelf en op heel de kudde, te midden waarvan de Heilige Geest u tot opzieners aangesteld heeft om de gemeente van God te weiden, die Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Handelingen 20:28

En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus. Efeze 4:11-13

b

Ik zal uw nageslacht zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en uw nageslacht al deze landen geven. In uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden. Genesis 26:4

En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. Openbaring 5:9

c

Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Romeinen 8:29

Om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is. In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden. In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte. Efeze 1:10-13

d

Wat Mij betreft, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik U in de mond gelegd heb, zullen uit Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw nakomelingen, evenmin uit de mond van de nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid. Jesaja 59:21

Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Romeinen 1:16

Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt? En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? Zoals geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen! Maar zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest. Jesaja zegt namelijk: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. Romeinen 10:14-17

Opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord. Efeze 5:26

e

En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. Handelingen 2:42

En u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop. Efeze 4:3-5

f

O God, U hebt mij onderwezen vanaf mijn jeugd en tot nu toe verkondig ik Uw wonderen. Ja, ook nu de ouderdom en grijsheid gekomen is – verlaat mij niet, o God, totdat ik deze generatie Uw sterke arm verkondigd heb, alle nakomelingen Uw macht. Psalmen 71:17-18

Wat Mij betreft, dit is Mijn verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik U in de mond gelegd heb, zullen uit Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw nakomelingen, evenmin uit de mond van de nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid. Jesaja 59:21

Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. 1 Korinthe 11:26

g

En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Mattheüs 16:18

En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. Ik en de Vader zijn één. Johannes 10:28-30

Een pelgrimslied. Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd – zeg dat toch, Israël. Zij hebben mij dikwijls benauwd, vanaf mijn jeugd; toch hebben zij mij niet overwonnen. Ploegers hebben mijn rug geploegd, zij hebben hun voren lang gemaakt. De HEERE, Die rechtvaardig is, heeft de touwen van de goddelozen afgehakt. Laat beschaamd worden en terugwijken allen die Sion haten. Psalmen 129:1-5

h

Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood. 1 Johannes 3:14

En hieraan weten wij dat wij uit de waarheid zijn, en zo zullen wij ons hart voor Hem geruststellen. Want als ons hart ons veroordeelt, God is meer dan ons hart, en Hij weet alle dingen. Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan. 1 Johannes 3:19-21

Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf. Of weet u niet van uzelf dat Jezus Christus in u is? Of het moet zijn dat u op enigerlei wijze verwerpelijk bent. 2 Korinthe 13:5

Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. Romeinen 8:10

i

Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen. Psalmen 23:6

God zal u ook bevestigen tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn op de dag van onze Heere Jezus Christus. God is getrouw, door Wie u geroepen bent tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere. 1 Korinthe 1:8-9

En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. Johannes 10:28

Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn. 1 Johannes 2:19

U wordt immers door de kracht van God bewaakt door het geloof tot de zaligheid, die gereedligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd. 1 Petrus 1:5

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren