Banden van de dood hadden mij omvangen, beken van verderf joegen mij angst aan. Banden van het graf omringden mij, valstrikken van de dood bedreigden mij. Psalmen 18:5-6
Banden van de dood hadden mij omvangen, angsten van het graf hadden mij getroffen, ik ondervond benauwdheid en verdriet. Psalmen 116:3
Toen zei Hij tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij. Mattheüs 26:38
Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Mattheüs 27:46
In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord. Hebreeën 5:7
Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. Jesaja 53:5
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.