'Zijn (even)beeld' verwijst naar de oorspronkelijke staat waarin mensen geschapen waren, met eigenschappen zoals: verstand, moraal, taal, het aangaan van liefdevolle relaties, creativiteit, rechtvaardigheid, en heiligheid. In deze eigenschappen lijkt de mens op God. Hierdoor kan de mens ook God vertegenwoordigen op aarde door te regeren over de schepping en waardevolle relaties met God, met elkaar en de rest van de schepping aan te gaan.
In de reformatorische traditie klinkt regelmatig de uitdrukking dat de mens sinds de zondeval het beeld van God kwijt is. Dit is echter onjuist, ook na de zondeval blijft de Bijbel hierover spreken (Gen. 9:6, Ps. 139, Jak. 3:9, 1 Kor. 11:3-16 en Ef. 5). Ondanks de zondeval blijft de mens het beeld van God dragen, hoewel hij zichzelf van diverse 'uitnemende gaven' heeft beroofd. De Dordtse Leerregels (H 3/4 v.1) en deze catechismus vraag maken op basis van Efeze 4:24 ook duidelijk wat deze gaven zijn, die de natuurlijke mens (zonder genade) mist en die door de Heilige Geest na de wedergeboorte deels worden hersteld: rechtvaardigheid en heiligheid.
En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag. Genesis 1:31
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Genesis 1:26-27
En u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid. Efeze 4:24
En u met de nieuwe mens bekleed hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Kolossenzen 3:10
Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. 2 Korinthe 3:18
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.