Ten eerste mogen wij alleen tot de enige echte God bidden,
die Zichzelf in de Bijbel heeft bekend gemaakt. a
Wij mogen Hem van harte aanroepen c
om alles waarvan Hij gezegd heeft dat we Hem erom moeten bidden. b
Daarnaast dat wij onze nood en ellende goed en grondig kennen, d
opdat wij onszelf voor Gods aangezicht verootmoedigen. e
Ook hebben wij een sterk fundament onder ons gebed. f
Hoewel wij dat niet waard zijn,
wil God ons gebed verhoren om Jezus' wil. g
Dat heeft Hij ons in de Bijbel beloofd. h
En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie. Openbaring 19:10
U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden. Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. Johannes 4:22-24
En evenzo komt ook de Geest onze zwakheden te hulp, want wij weten niet wat wij bidden zullen zoals het behoort. De Geest Zelf echter pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. Romeinen 8:26
En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. 1 Johannes 5:14
En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Jakobus 1:5
God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. Johannes 4:24
De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, allen die Hem in waarheid aanroepen. Psalmen 145:18
Onze God, zult U geen gericht over hen oefenen? In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht. 2 Kronieken 20:12
Dien de HEERE met vreze, verheug u met huiver. Psalmen 2:11
De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest. Psalmen 34:19
Want Mijn hand heeft al die dingen gemaakt, en daardoor bestaan al die dingen, spreekt de HEERE. Maar Ik zal zien op deze, op de ellendige en verslagene van geest, en wie voor Mijn woord beeft. Jesaja 66:2
Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt? Romeinen 10:14
Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Jakobus 1:6
En wat u ook zult vragen in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden. Johannes 14:13
En op die dag zult u Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven. Johannes 16:23
Neig Uw oor, mijn God, en hoor! Open Uw ogen om onze verwoestingen en de stad te zien waarover Uw Naam is uitgeroepen, want wij werpen onze smeekbeden niet voor U neer op grond van onze gerechtigheden, maar op grond van Uw grote barmhartigheid. Daniël 9:18
Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. Mattheüs 7:8
Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik zóek Uw aangezicht, HEERE. Psalmen 27:8
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.