Ja, dat mag als:
de overheid dit vraagt,
als het noodzakelijk is om hiermee te bevestigen dat je de waarheid spreekt
of dat je trouw zult zijn.
Dan is het tot eer van God en tot welzijn van je naaste.
Het afleggen van een eed is gebaseerd op de Bijbel. a
Gelovigen in het Oude en Nieuwe Testament maakten er daarom gebruik van. b
U moet de HEERE, uw God, vrezen, Hem dienen en bij Zijn Naam zweren. Deuteronomium 6:13
De HEERE, uw God, moet u vrezen, Hem moet u dienen, aan Hem moet u zich vasthouden en bij Zijn Naam moet u zweren. Deuteronomium 10:20
Hoor dit, huis van Jakob, u die genoemd wordt met de naam Israël, en die uit de wateren van Juda bent voortgekomen, die zweert bij de Naam van de HEERE en de Naam van de God van Israël noemt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid. Jesaja 48:1
Mensen zweren immers bij Iemand die hoger is dan zijzelf, en de eed, die hun tot bevestiging dient, is het eind van alle tegenspraak. Hebreeën 6:16
Abraham zei: Ik zweer het. Genesis 21:24
Laten de God van Abraham en de god van Nahor, de god van hun vader, tussen ons oordelen. En Jakob legde een eed af bij de Gevreesde van zijn vader Izak. Genesis 31:53
En Jozua sloot vrede met hen en sloot een verbond met hen dat hij hen zou laten leven. En de leiders van de gemeenschap zwoeren hun een eed. Jozua 9:15
Toen zwoer David dat aan Saul; en Saul ging naar zijn huis, maar David en zijn mannen gingen naar de vesting. 1 Samuël 24:23
Daarna kwam al het volk om David brood te doen eten, terwijl het nog dag was. Maar David zwoer: God mag zó en nog veel erger met mij doen, als ik vóór het ondergaan van de zon brood proef of wat dan ook! 2 Samuël 3:35
Toen zwoer de koning en zei: Zo waar de HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle nood verlost heeft. 1 Koningen 1:29
Want God, Die ik in mijn geest dien in het Evangelie van Zijn Zoon, is mijn Getuige, hoe ik zonder ophouden aan u denk. Romeinen 1:9
Ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest. Romeinen 9:1
En ik roep God aan tot Getuige over mijn ziel, dat ik om u te sparen niet weer naar Korinthe ben gekomen. 2 Korinthe 1:23
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.