Wie met een dief deelt, haat zijn ziel, hij hoort een vervloeking en maakt het niet bekend. Spreuken 29:24
Als een persoon zondigt doordat hij een uitgesproken vervloeking hoort en hij dus getuige is, of dat hij het gezien heeft of het te weten gekomen is, als hij het niet vertelt, dan draagt hij zijn ongerechtigheid. Leviticus 5:1
Wie de Naam van de HEERE lastert, moet zeker ter dood gebracht worden. Heel de gemeenschap moet hem zeker stenigen. Zowel de vreemdeling als de ingezetene moet zeker gedood worden als hij de Naam gelasterd heeft. Leviticus 24:16
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.