'En vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren'.
Dat is: Wil ons, armen zondaren,
al onze misdaden,
en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt,
om des bloeds van Christus' wil niet toerekenen, a
gelijk wij ook dit getuigenis Uwer genade in ons bevinden,
dat ons ganse voornemen is,
onzen naaste van harte te vergeven. b