'Uw Naam worde geheiligd'.
Dat is: Geef ons eerstelijk,
dat wij U recht kennen, a
en U in al Uw werken,
in welke Uw almachtigheid, wijsheid,
goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid
en waarheid klaarlijk schijnt,
heiligen, roemen en prijzen; b
daarna ook dat wij al ons leven,
gedachten, woorden en werken,
alzo schikken en richten,
dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd,
maar geëerd en geprezen worde. c
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den enigen waarachtigen God, en Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt. Johannes 17:3
Maar die zich beroemt, beroeme zich hierin, dat hij verstaat, en Mij kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid op de aarde, want in die dingen heb Ik lust, spreekt de HEERE. Jeremia 9:24
Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. En zij zullen niet meer, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE! want zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken. Jeremia 31:33-34
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. MattheĆ¼s 16:17
En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Jakobus 1:5
Nun. Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht voor mijn pad. Psalmen 119:105
Tsade. HEERE! Gij zijt rechtvaardig, en elkeen Uwer oordelen is recht. Psalmen 119:137
En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere; En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker. Lukas 1:46-47
Geloofd zij de Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke; En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht. Lukas 1:68-69
O diepte des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen, en onnaspeurlijk Zijn wegen! Romeinen 11:33
Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. Psalmen 71:8
Niet ons, o HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid, om Uwer waarheid wil. Psalmen 115:1