Eerstelijk, opdat wij ons leven lang
onzen zondigen aard
hoe langer hoe meer leren kennen, a
en des te begeriger zijn,
om de vergeving der zonden
en de gerechtigheid in Christus te zoeken. b
Daarna, opdat wij zonder ophouden ons benaarstigen,
en God bidden om de genade des Heiligen Geestes,
opdat wij hoe langer hoe meer
naar het evenbeeld Gods vernieuwd worden,
totdat wij tot deze voorgestelde volkomenheid
na dit leven geraken. c
Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde. Romeinen 3:20
Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. 1 Johannes 1:9
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela. Psalmen 32:5
Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. MattheĆ¼s 5:6
Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Romeinen 7:24-25
Weet gijlieden niet, dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een den prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen. 1 Korinthe 9:24
Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag er naar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. Broeders, ik acht niet, dat ik zelf het gegrepen heb. Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. Filippenzen 3:12-14