Dat u dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd heeft. Leviticus 18:28
Maar behoudt anderen door vreze, en grijpt ze uit het vuur; en haat ook den rok, die van het vlees bevlekt is. Judas 1:23
Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer; Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen. 1 Thessalonicenzen 4:3-5
Het huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen. Hebreeën 13:4
Want ik wilde, dat alle mensen waren, gelijk als ikzelf ben; maar een iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de andere alzo. 1 Korinthe 7:7