Dat alle onkuisheid van God vervloekt is, a en dat wij daarom, haar van harte vijand zijnde, b kuis en ingetogen leven moeten, c hetzij in den heiligen huwelijken staat of daarbuiten. d
Dewijl ons lichaam en ziel tempelen des Heiligen Geestes zijn, zo wil Hij, dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren; daarom verbiedt Hij alle onkuise daden, gebaren, woorden, a gedachten, lusten, b en wat den mens daartoe trekken kan. c