Dat ik mijn naaste
noch met gedachten,
noch met woorden of enig gebaar,
veel minder met de daad,
door mijzelven of door anderen ontere,
hate, kwetse of dode; a
maar dat ik alle wraakgierigheid aflegge; b
ook mijzelven niet kwetse
of moedwilliglijk in enig gevaar begeve; c
waarom ook de overheid het zwaard draagt
om den doodslag te weren. d