Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? zegt de Heilige. Jesaja 40:25
Gij zult u geen gegoten goden maken. Exodus 34:17
Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken, en hun opgerichte beelden ganselijk vermorzelen. Exodus 23:24
Maar hun altaren zult gijlieden omwerpen, en hun opgerichte beelden zult gij verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen. Exodus 34:13
Zo zult gij alle inwoners des lands voor uw aangezicht uit de bezitting verdrijven, en al hun beeltenissen verderven; ook zult gij al hun gegotene beelden verderven, en al hun hoogten verdelgen. Numeri 33:52